woensdag 22 april 2015

De onbekende

Goedemiddag lezers,
Vandaag geen gedicht zoals beloofd. Omdat ik het lastig vond om te kiezen waar ik over wou schrijven.  (Ik had wel veel onderwerpen in mijn hoofd maar kon niet kiezen). Had ik uiteindelijk besloten om een soort orpg te maken (mocht ik het woord goed schrijven haha). Hieronder een fragment dat gaat over een meisje dat achtervolgt wordt door een onbekende met een open einde. Het fragment is in de ik-vorm geschreven. Veel leesplezier!


De onbekende.

Daar is het geluid weer!  Ik zet het op het rennen. De voetstappen komen steeds dichterbij. Ik bijt op m'n lip en proef bloed. De takken laten diepe krassen in mijn gezicht achter. Weer hoor ik het geluid en ik begin nog harder te rennen. Niet durvend om te kijken maar wetend dat het rennen op dit moment waarschijnlijk mijn enige redding is. Ik struikel over een boomstronk en ik val. Het geluid is op een paar meter van me af. Ik probeer me ademhaling onder controle te krijgen, me hart bonkt in me keel.  Wie is deze onbekende en wat wil diegene van mij?

De persoon is nu een meter van me verwijderd, ik hoor gehijg. Ik wil wegrennen, alleen ik besef me dat me enkel is gekneusd en dat er geen beginnen aan is.De persoon pakt mijn schouders beet.Ik wil gillen alleen me stem stokt in mijn keel. De persoon pakt me bij me nek vast. Ik verstijf. Ik wil gillen, schreeuwen en wegrennen alleen me lichaam wil niet meer staan. Langzaam voel ik de kracht uit mijn lichaam wegvloeien. De persoon begint mijn keel dicht te knijpen. Ik probeer tegen te spartelen alleen me lichaam laat me in de steek.

Voor het eerst lukt het me om iets te zeggen: waarom ik? Ik zie voor het eerst iets van de onbekende persoon,twee ogen die kil kijken. De persoon voor me buigt zijn hoofd en brengt zijn mond naar mijn oor toe. Hij sist en zegt: omdat het je lot is. Ik wil gillen en hopen dat dit een nachtmerrie is, niks wil meer. Ik wordt duizelig en alles wordt steeds 
donkerder, steeds minder krijg ik mee van de omgeving. Ik snak naar adem en me lichaam trilt harder. 

Opeens sperren me ogen in één keer wagen wijd open: ik weet wie de onbekende is, sterker nog ik heb die persoon een uur geleden nog gesproken.


Geen opmerkingen: